Federatie van Rasverenigingen dient klacht in tegen Raad van Beheer.

4 september 2008

De Federatie van Rasverenigingen in Nederland heeft een klacht ingediend bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit, NMa. De federatie, die enige tientallen hondenrasverenigingen vertegenwoordigt, protesteert hiermee tegen het beleid van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied om per hondenras maar een vereniging te erkennen. De Raad van Beheer is de brancheorganisatie van fokkers en rasverenigingen in Nederland.

De branche vertegenwoordigt een aanzienlijk economisch belang. In de rashondenwereld gaan per jaar tientallen miljoenen euro’s om. Alleen al de door rashondenfokkers gefokte puppen vertegenwoordigen een waarde van 34 miljoen euro per jaar. De Raad van Beheer geeft jaarlijks zo’n 50.000 stambomen aan rashonden uit met een waarde van 3 miljoen.

Net als in het bedrijfsleven zou elke organisatie zich bij een brancheorganisatie moeten kunnen aansluiten - zonder discriminerende toelatingseisen - maar dit is in de hondenwereld niet het geval. Op dit moment zijn door het ontbreken van marktwerking, monopolieposities van erkende rasverenigingen ontstaan. Deze hebben onderlinge afspraken gemaakt die concurrentie uitsluiten, en dat is in strijd met het kartelverbod, aldus de federatie. In ons omringende landen worden meer verenigingen per ras erkend. De consument en rashondenfokkers hebben in Nederland geen keuze.

Rashondenverenigingen worden niet erkend als de Raad van Beheer al eerder een vereniging van hetzelfde ras heeft erkend. De Federatie van Rasverenigingen Nederland wil hieraan een eind maken en pleit ervoor de markt vrij te geven. Consumenten zijn assertiever geworden en willen vrij zijn in hun keuzes. Het erkennen van meer verenigingen per ras zal een positieve impuls geven aan de kynologie en ertoe bijdragen dat er in plaats van de ivoren toren van nu, een voor iedereen toegankelijk gebouw ontstaat.

De Raad van Beheer heeft herhaalde uitnodigingen voor een gesprek met de Federatie van Rasverenigingen afgewezen. “Vandaar dat we nu naar de Nederlandse Mededingingsautoriteit zijn gestapt,” aldus woordvoerster Marianne Eggink.

“De mededingingswet schrijft voor dat de erkenningsregeling van de Raad moet worden onderworpen aan een onafhankelijk toetsing. Daarvan is geen sprake”.

De Nederlandse Mededingingsautoriteit zal nu het verlossende woord moeten spreken.