woensdag 1 juli 2009

Euforie, terecht of niet terecht?

Ja, de leden van de Federatie van Rasverenigingen zijn blij met de uitslag van de Algemene Vergadering van 27 juni. De Raad van Beheer heeft een eerste stap gezet op weg naar een werkelijk democratische vereniging.
Wij zijn blij omdat de Raad de kans heeft gekregen om zelf orde op zaken te stellen en er, zoals het er nu naar uitziet, niet naar andere middelen gegrepen hoeft te worden.

Maar, er is altijd een maar… Wij weten niet hoe het agendapunt door het bestuur aan de leden is gepresenteerd op 27 juni. Als bij de leden de indruk is gewekt dat zij door middel van aanvullende wijzigingen van de reglementen op de valreep nog extra drempels kunnen opwerpen voor nieuwkomers, dan is dat een onjuiste indruk.
Natuurlijk zijn er aanvullende wijzigingen in de reglementen nodig als gevolg van het schrappen van artikel 6 lid e en f van het huishoudelijk reglement, maar er kan geen sprake zijn van het opwerpen van extra drempels voor nieuwkomers. De voorgestelde wijzigingen zullen dus voor alle leden van de Raad van Beheer gelden. De mededingingswet is hierover heel duidelijk. In het tijdpad dat de RvB voor ogen staat, ontbreekt de rol van de NMa, althans de NMa wordt niet genoemd. Maar de NMa zal de voorgestelde wijzigingen vooraf toetsen!

Voor iedereen die niet zo thuis is in de materie, zet ik de voorwaarden die gesteld worden in de mededingingswet op een rij. De NMa beoordeelt in haar voorlopige bevindingen het Kynologisch Reglement van de Raad van Beheer als een erkenningsregeling. Het komt hierop neer:

Om ongerechtvaardigde uitsluiting te voorkomen en te waarborgen dat een ieder die aan de eisen van de erkenningsregeling voldoet, kan deelnemen aan deze regeling, moet de erkenningsregeling voldoen aan de volgende voorwaarden:

• de erkenningsregeling dient een open karakter te hebben.
Open: een erkenningsregeling heeft een open karakter, wanneer de regeling toegankelijk is voor iedereen die aan de voorwaarden voldoet.
• de eisen die de erkenningsregeling stelt, moeten objectief, niet discriminerend en vóóraf duidelijk zijn.
Objectief en niet-discriminerend: een erkenningsregeling is objectief wanneer de regeling objectieve eisen stelt die bijdragen aan het doel van de regeling. Deze eisen moeten zonder discriminatie worden toegepast.
Lidmaatschap van een brancheorganisatie is geen objectieve kwaliteitseis die bijdraagt aan het doel van de regeling. Ook niet-leden van een brancheorganisatie moeten kunnen deelnemen als voldaan is aan de kwaliteitseisen.
Als de eisen op enig moment worden aangepast, dan dient in het belang van de objectiviteit te zijn verzekerd dat de nieuwe eisen ook gelden en worden toegepast ten aanzien van de reeds erkenden.
Duidelijkheid vóóraf: een erkenningsregeling is duidelijk wanneer vóóraf bekend is aan welke eisen een (potentiële) toetreder moet voldoen.
• de (toelatings)procedure voor erkenning moet transparant zijn.
Transparant: een toelatingsprocedure is onder meer transparant wanneer uit de regeling blijkt wat de te volgen procedure is en wat de (afwijzings)criteria zijn.
• de (toelatings)procedure voor erkenning moet voorzien in een onafhankelijke beslissing over de toelating bij de eerste beoordeling, of nadat erkenning is geweigerd, in beroep.
Onafhankelijk: een erkenningsregeling is onafhankelijk, wanneer de besluitvorming over toelating tot de erkenningsregeling op onafhankelijke wijze plaatsvindt. Dit kan zijn bij de eerste beoordeling of, nadat een erkenning is geweigerd, in beroep. Hetzelfde geldt voor opzegging of schorsing van het lidmaatschap. De onafhankelijkheid moet zijn gewaarborgd in de samenstelling van het toetsende orgaan.

Tot zover (in het kort) de richtlijnen van de NMa. Ik weet niet of het bestuur van de Raad van Beheer dit duidelijk naar voren heeft gebracht op de algemene vergadering. Dus misschien van mijn kant ten overvloede: de leden van de Raad van Beheer dienen zich goed te realiseren dat de wijzigingen in de reglementen aan al deze voorwaarden moeten voldoen. Ik vraag me af of dit inzicht bij de erkende rasverenigingen is doorgedrongen.
Uiteindelijk gaat het simpelweg over het aanpassen van een regeling in het Huishoudelijk Reglement van de Raad. De gevolgen zijn te overzien, voor sommige rassen zullen meer verenigingen zich aanmelden en deze verenigingen zullen allemaal aan de gestelde eisen moeten voldoen. Niet meer en niet minder.

Met vriendelijke groet,

Marianne Eggink
Federatie van Rasverenigingen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten